Boeken lezen - Het bewijs dat je op twee plekken tegelijkertijd kunt zijn.
Boekenhotel
Landgoed De Wilmersberg is een prachtig gelegen hotel in het hart van Twente, omringd door natuur en rust. Hier kun je niet alleen genieten van comfortabele luxe, maar ook van culinaire hoogstandjes in het restaurant, waar lokale ingrediënten centraal staan. Het hotel staat bekend om zijn betrokkenheid bij de regio en biedt zijn gasten een unieke beleving van de omgeving, kunst, en cultuur. Sinds 2013 organiseert De Wilmersberg regelmatig inspirerende lezingen in samenwerking met Boekhandel Broekhuis. Vele bekende auteurs kwamen al naar De Lutte, zoals Rutger Bregman, Eva Jinek en Ilja Gort. De Wilmersberg is meer dan een hotel en een culturele ontmoetingsplaats voor zowel gasten als de lokale gemeenschap.
We kwamen met een van onze trouwe gasten, Ruud Nicolai, in gesprek over boeken en Ruud begon enthousiast te vertellen over zijn favoriete boek: "Het lied van ooievaar en dromedaris" van Anjet Daanje. Eenmaal thuis stuurde hij een indrukwekkend verslag dat hij van dit boek gemaakt had. We vroegen hem of hij akkoord was dat we dit in onze nieuwsbrief zouden meenemen en op onze website zouden plaatsen. "Natuurlijk" zei hij, "misschien wil iemand er wel met mij over corresponderen".
Anjet Daanje: ‘Het lied van ooievaar en dromedaris’ - Roman
Uitgeverij Passages - Verslag: Ruud Nicolai - december 2022
Een monumentaal boek, door Daanje geschreven als een hommage aan Emily Brontë [1818-1848], de schrijfster van het aanvankelijk verguisde, later als meesterwerk geprezen ‘Wuthering Heigts’ [‘Woeste Hoogte’], dat ze in 1847 publiceerde, tegelijk met het door haar zus Charlotte geschreven ‘Jane Eyre’. De twee zussen schreven hun boeken heimelijk, zonder dat iemand het wist.
In ‘Het lied van ooievaar en dromedaris’ tracht Daanje een beeld te creëren van het mysterieuze leven van Emily en Charlotte Brontë, door een eigen verhaal te schrijven over twee zussen, Eliza May en Millicent Draydon, die als twee druppels water op hen gelijken en wier leven veel overeenkomst vertoont met dat van Emily en Charlotte Brontë. Ze ontrafelt de levens van haar eigen, personages vanuit vele invalshoeken met voortdurend de Brontë’s voor ogen, om zo door te dringen in wie met name Emily Brontë moet zijn geweest.
Het boek is een raamvertelling bestaande uit elf hoofdstukken die min of meer op zichzelf staande novellen zijn, soms gesitueerd op andere locaties en met personages die slechts zijdelings te maken hebben met Charlotte en Emily Draydon. De hoofdstukken spelen elk in een andere tijd, beginnend medio 19e eeuw en eindigend in begin 21ste eeuw. Een indringend thema in alle verhalen is de dood en de steeds subtiel maar suggestief langskomende vraag of er iets van een hiernamaals bestaat.
Een bindend element is volgens Daanje [in een interview met NRC] dat het in alle hoofdstukken gaat over “Hoofdpersonen die een houvast zoeken in hun leven. Het begint in de negentiende eeuw met religie of bijgeloof en verschuift gaandeweg naar wetenschap of complottheorieën.” Het eerste hoofdstuk gaat over de belevenissen van Susan Knowles - Chester [1788-1851] met het gezin van ds Draydon en zijn vier dochters. Susan is de vrouw die in Bridge Fowling, waar de Draydons wonen, alle doden aflegt en zorgt dat ze er zo mooi mogelijk uitzien wanneer ze voor de Heer zullen verschijnen. De eerste keer dat ze bij ds Draydon wordt geroepen is om zijn oudste dochtertje af te leggen, Sarah, elf jaar oud, aan longtering bezweken. Terwijl zij bezig is komt onverwachts de vijfjarige Eliza binnen. Die wil zien wat dood zijn is, en blijft, op een stoel geklommen, met een ernstig gezichtje Susans bezigheden volgen. Jaren later, 23 om precies te zijn, wordt Susan opnieuw naar ds Draydon geroepen. Het is nu zijn jongste dochter, Helen, die aan de longtering is bezweken. En weer twee jaar later is ds Draydon zelf aan de beurt.
Eliza en haar iets oudere zus Millicent blijven achter. Zij vinden troost bij elkaar en trekken verder in alles samen op. Maar de dood is genadeloos. Slechts weinig jaren later wordt Susan alweer naar de pastorie geroepen. Het is Eliza waar ze nu voor zorgen moet. Maar, o schrik, er gebeuren vreemde dingen. Als Susan Eliza’s ogen heeft gesloten en met natte watten toegedekt, glijden die er even later af omdat de ogen zich openen, waarbij Susan het gevoel heeft dat ze aangekeken wordt. Weer dekt ze de ogen af met natte watten, maar opnieuw glijden ze weg en staren de ogen haar aan. Susan is geheel van streek. Als ze klaar is met haar werk streelt ze liefdevol Eliza’s arm en o, nog groter schrik, de arm trekt kippenvel met opstaande haartjes.
Zo zet Daanje met dit eerste hoofdstuk de toon voor het hele boek: de dood is een hongerig wezen, maar na het doodgaan gebeuren er soms angstaanjagende dingen. Het tweede hoofdstuk begint met twee stukjes [fictieve] documentatie: een in memoriam bij het overlijden van Milicent en een fragment uit een biografie van haar. Daarna komt een novelle over het leven van Grace Jennings - Appleton [1814-1870] die het postkantoor in Bridge Fowling beheert en ziet dat de twee zussen Draydon frequent boeken ophalen van de wisselbibliotheek. Dat stopt na jaren maar daarna komen ze al even frequent papier en inkt kopen en tenslotte brengen ze steeds twee dikke pakketten die naar uitgevers worden gezonden. Als eerste heeft Grace in de gaten dat het om boeken gaat die de zussen Drayton - heimelijk - moeten hebben geschreven. Een aantal jaren later, als de zussen kort na elkaar zijn overleden, vraagt ds Jennings, die de overleden ds Draydon is opgevolgd, Grace ten huwelijk. Zo komt ze te wonen in de pastorie en beleeft ook zij daar vreemde dingen. Als ze in bed ligt hoort ze dag-in-dag-uit geijsbeer in de kamer naast de hare, die ooit van Eliza was, maar geen ander in huis hoort dat ook. Wat wel een feit is is dat Grace een keer in een kast op Eliza’s kamer, in de zak van een daar achtergebleven jurk een notitieboekje vindt vol onbegrijpelijke tekeningen, berekeningen, tabellen en korte gedichtjes, kennelijk allemaal genoteerd door Eliza. Dat is het boekje dat later, na vreemde omzwervingen, tot hevige discussies en publicaties leidt omdat het het enige is dat van haar bewaard is gebleven.
Hoofdstuk 3 begint weer met twee stukjes [fictieve] documentatie: twee brieven van Millicent aan haar vriendin Julia Fitzroy en een paar pagina’s uit een door Agnes Chambers geschreven biografie van Eliza May Draydon. Hierin wordt onder andere iets gezegd over de karakters van drie hoofdpersonen. Ds Jennings, de kapelaan van ds Draydon die hem opvolgde, is een erg onzekere man die zich vastklampt aan een rigide uitleg van de bijbel. Hij weigert zelfs een kindje van twee jaar op het kerkhof te begraven omdat het niet is gedoopt. Millicent is vooral een rustig type die haar besluiten weloverwogen neemt. Eliza is een uiterst eigenzinnige, koppige jongedame die in perioden waarin ze geldgebrek heeft niet te beroerd is om met geheven hoofd vloeren te gaan dweilen bij mensen die voorheen maatschappelijk gezien ver onder haar stonden. Maar centraal in dit hoofdstuk staat het mini-aantekenboekje van Eliza, dat door Grace Appleton anoniem is opgestuurd naar Agnes Chambers omdat zij een biografie van Eliza May Draydon aan het schrijven is, in de hoop dat die er raad mee weet. Agnes raakt helemaal geobsedeerd door het boekje, publiceert erover maar wordt door alle andere Eliza-onderzoekers door het slijk gehaald.
Jaren later, als Agnes al lang dood is en zo ook haar dochter Kathleen, komen er drie kisten tevoorschijn met het werk van Agnes Chambers, waar ook het mysterieuze aantekenboekje van Eliza in zit. Na jaren verblijf op een stoffige zolder gaan de kisten echter een roerig leven leiden, waarbij zij achtereenvolgens in diverse handen verzeilen. Daanje beschrijft in dit hoofdstuk hun reis tot in 1958. Maar Daanje is nog allerminst uitgeschreven. Er volgen nog 8 hoofdstukken met even spannende novellen, zich aanvankelijk nog afspelend in de 19e eeuw, waarbij ook nog een verkleedfoto van Eliza boven water komt die een bijzondere rol gaat spelen. Al met al is ‘Het lied van ooievaar en dromedaris’ een kaleidoskoop van geschiedenissen en belevingswerelden van mensen door meer dan twee eeuwen heen, waarbij elk verhaal perfect is ingebed in zijn historische context. Maar alle verhalen zijn met elkaar verbonden door raakvlakken met het leven van Millicent en Eliza May Draydon – die dus staan voor de zussen Emily en Jane Brontë. En ze zijn allemaal geschreven met een ontzagwekkende verbeeldingskracht in een prachtige taal en in een ingenieuze opbouw die voortdurend de indruk wekt dat het om serieuze biografieën gaat van personages die werkelijk hebben bestaan. H
Het boek laat zich niet gemakkelijk lezen door de soms ver uitwaaierende levensbeschrijvingen van de diverse personages in de afzonderlijke novellen en de soms relatief geringe raakvlakken met de Draydons. En er gebeurt op iedere bladzijde zó veel dat je geen regel kunt missen zonder de draad kwijt te raken. Maar daar tegenover staat dat het hele boek spanningslijnen heeft met het karakter van een detective. Bovendien is de snelheid waarin situaties en levens zich ontwikkelen zo groot dat Daanje alleen al daarmee je goed bij de les houdt. De complexe structuur is voor mij de reden dat mijn lezersrecensie begint met het beschrijven van de eerste drie hoofdstukken om de opbouw en de rode draad van het boek inzichtelijk te maken. Het is overigens onbegrijpelijk dat Daanje als schrijfster zo lang onbekend is gebleven. Zij brak pas in 2020 door met ‘De Herinnerde soldaat” toen dat de Librisprijs kreeg, terwijl ze sinds de negentiger jaren al een aantal boeken had gepubliceerd en ook scenario’s. Sinds ‘De Herinnerde soldaat” [waarvan al meer dan 10.000 exemplaren zijn verkocht] krijgt ze eindelijk de haar toekomende waardering en zijn haar nu diverse prijzen toegekend.